Ze
kijkt verdwaasd om zich heen. Zoekende, een beetje onzeker. We staan in de
supermarkt waar ik net de keuze heb gemaakt voor een vegetarische burger. Onze
blikken kruisen elkaar. Bemoedigend glimlach ik. ‘Ik snap er helemaal niks
van,’ zegt ze. Mijn glimlach maakt plaats voor een bezorgd gezicht: ‘Kan ik u
ergens mee helpen?’
De weg kwijt
De oudere dame vertelt dat de supermarkt
aan de overkant gesloten is. ‘Dat wordt een Jumbo. Maar nu ben ik hier en ik
kan niks vinden.’ Ze lacht verontschuldigend. Niks ergs aan, lijkt mij. Ze laat
haar boodschappenlijstje zien. ‘Ik schrijf het altijd op in de volgorde van hoe
ik het tegen kom in de winkel, maar dat is hier niet zo.’ Bovenaan staat melk,
gevolgd door kaas en wafeltjes. Dat is inderdaad niet de volgorde van deze
supermarkt. Even probeer ik uit te leggen hoe het in elkaar zit bij deze
winkel, maar de dame verzucht dat de winkel zo groot is. Zoals het onbekende
vaak groot oogt, vertel ik haar waar de kaas ligt. Ze bedankt me vriendelijk en
loopt met haar mandje naar de delicatessenafdeling.
Grote glimlach
Nadat ik nog een paar boodschappen gepakt
heb, kom ik haar bij de delicatessen weer tegen. ‘Het is gelukt zie ik,’ zeg
ik. ‘Ja,’ ze laat mij de kaas in haar mandje zien. ‘Maar nu de rest nog.’
Lachend zeg ik dat ik wel even met haar mee wil lopen naar de melk en de
wafeltjes. We zien al gauw de wafeltjes in het schap staan. Ik wijs de dame
erop dat de melk langs de muur staan in de koeling. Ze ziet het en lacht.
‘Ontzettend bedankt, het gaat lukken.’ Ik wens haar een fijne dag en ga verder.
Een kleine moeite, een grote gunst. Als ik
na het afrekenen bij de kassa naar huis loop, moet ik toch weer lachen. Een
simpel gebaar, een grote glimlach. Mijn dag is helemaal goed. Mag ik vaker
oudere dames helpen in de supermarkt?
No comments:
Post a Comment